MARIA ZAMRANO
-over: delirium
De wereld van het heilige is de wereld van het delirium:
"In den beginne was het delirium. Dat wil zeggen dat de mens het gevoel had dat hij werd bekeken zonder zelf te kunnen zien door wie. Dit is het begin van de achtervolgingswaan: de meedogenloze aanwezigheid van een instantie die superieur aan ons leven, de werkelijkheid verhult en voor ons niet zichtbaar is" (31)
Het derilium is pas voorbij wanneer de tijd van het heilige wordt afgelost door de tijd van het goddelijke, wanneer de ongedifferentieerde angstaanjagende oerstoestand wordt vervangen door de klaarte van de aanwijsbare gesprekspartner, door het heldere beeld van de godheid:
'De verschijning van een God betekent het einde van een lange periode en duisternis en lijden. En het is de meest geruststellende gebeurtenis van alles, wat in een kultuur kan gebeuren, signaal dat het pact, dat de alliantie is gesloten. De achtervolgingswaan is voorbij, tenminste het beginstadium ervan. Voortaan kan de vervolgde mens god vragen waarom hij wordt vervolgd" (34)
-over Orpheus
De oorsprong van de poëzie en de muziek ligt verscholen in de mythe van Orpheus. Orpheus is de eerste met name genoemde dichter en hij geldt als halfgod. Oprheus is niet alleen belangrijk voor de klassieke oudheid. Hij is ook de hoofdpresoon van enkele opera's (onder meer van Monteverdio en Gluck) en schutspatroon van de dichter Rilke. Hoewel Oprheus er niet in slaagde zijn geliefde Euridice uit de onderwereld terug te halen, is het hem wel gelukt in de hel af te dalen en terug te keren, en wel dankzij de muziek, dankzij zijn betoverende gezang dat zelfs de koning van de onderwereld in beroering bracht: "muziek is er om te tijd te overwinnen en de dood die op haar volgt" (84)
Zambrano vindt dat de filosofie zich onvoldoende bewust is van de betekenis van de Oprheusmythe. Anders dan de dichter is de filosoof niet afgedaald naar de hel. Zij neemt de navolgers van Orpheus, de Pythagoreeërs, in beshcerming en laat zien hoe in het denken van Aristoteles het orfisme wordt verdrongen en van zijn werking wordt beroofd. Hier spelen twee belangrijke dingen voor Zambrano's denken. Ten eerste het vermogen af te dalen. Afdalen is minstens zo belangrijk als opstijgen. Zambrano is een ware meester in een denken dat afdaalt, dat de grond van de dingen opzoekt en zich niet lost laat maken van zijn wortels. Een ander belangrijk punt dat meespeelt in haar verdediging van Orpheus en haar apologie van de muziek, is dat zij eigenlijk liever muziek en dans wilde studeren dan filosofie, maar dat zij uiteindelijk op aandringen van haar vander voor de filosofie heeft gekozen omdat hij wilde dat zij iets ernstigs zou verkiezen, iets serieuzer zou studeren.
In het volgende lange citaat spelen deze twee punten zeker mee:
"De Pythagoreeërs blijven trouw aan het onzegbare, de stem, het gekreun wordt vorm gegeven door middel van getallen voordat men probeert het weer te geven in woorden. Het woord doet altijd de tijd sneller gaan, de muziek gehoorzaamt de tijd door een zekere betoovering want zij is op zoek naar de extase. Het onzegbare lijden van de ziel wanneer zij zichzelf voelt wordt in het pythagorisme opgelost door de aanvaarding van het orfisme en zijn voornaamste avontuur: afdalen naar de hel, naar de onderwereld waar wat er gebeurt onzegbaar is. En omdat het onzegbaar is wordt het opgelost in muziek, en in de meest muzikale vorm van de taal: in de poëzie. De muziek stijgt op uit de hel, zij komt niet van boven, zij daalt niet over ons neer. Haar oorsprong is niet hemels. Zij stamt uit de onderwereld. Pas later is er sprake van de harmonie der sferen. De harmonie komt pas na het geween en de betovering. Kenmerkend voor Orfeus - merkteken en signaal van de Griekse ziek - is dat het zuchten geen wanhoopsklacht is, geen vervloeking, maar een geheimzinnige zoetheid, een mysterieuze zoetheid, die opstijgt uit de ingewanden van de onderwereld. De Griekse kunst, zelfs de tragedie, is solidair met Orfeus, blijft hem trouw. Iedere verschrikking wordt verzacht, iedere klacht verpakt in zoetheid. En die zoetheid en die zachtheid zullen het de rede en de redeneringen mogelijk maken de plaatsen van de onderwereld te betreden; zij zullen de brug vormen die de bemiddelde ziel slaat tussen de reden en het leven in zijn helse lijden; tussen het onzegbare leed en de logos. De muziek van Orfeus is de jammerklacht opgelost in de harmonie; de weg van de onstuimige liefde die wordt geïntegreerd in de orde van het universum. Orde en betrekking van het universum door middel van getallen en verhoudingen: "de muziek is de onbewuste aritmetica van de getallen in de ziel" (108 -109)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten