DE MIDDELLANDSE ZEE
- uit wikipedia
De Middellandse Zee is gelegen tussen Zuid-Europa, West-Azië en Noord-Afrika. Het gebied is 3850 km lang en heeft een gemiddelde breedte van 600 km, de gemiddelde diepte van de zee is ongeveer 1,4km. Het totale zee-oppervlakte omstrekt ongeveer 2.5 miljoen km².
over: Geografie
De Middellandse Zee is een intercontinentale middellandse zee of middelvee, die tevens de grens vormt tussen Europa en Afrika en gedeeltelijk ook die tussen Europa en Azië. De zee is via de Straat van Gibraltar (tussen Spanje en Marokko) verbonden met de Atlantische Oceaan en via de Bosporus met de Zwarte Zee. De verbinding met de Rode Zee is een uitgegraven door de menselijke hand en verloopt in het Suezkanaal dat in Egypte ligt.
Tot de Middelandse Zee behoren ook: de Adriatische Zee ten oosten van Italië, de Egeïsche Zee tussen Griekenland en Aziatisch Turkije, de Ionische Zee tussen Italië en Griekenland, de Tyrreense Zee ten westen van Italië, de Ligurische Zee ten noorden van Corsica, de Levantijnse Zee ten oosten van Cyprus, de Zee van Alboran tussen Spanje en Marokko, de Balearische Zee tussen Spanje en de Balearen en de Libische Zee tussen Libië en Kreta
EILANDEN
De belangrijkste eilanden gelegen in de Middelandse Zee zijn:
- in het westen: de Balearen, met Majorca, Menorca en Ibiza
- centraal: Corsica, Sardinië, Sicilië, Malta en Djerba
- in het oosten: Kreta, Lesbos, Rodos en Cyprus
LANDEN
Landen die aan de Middellandse Zee grenzen zijn:
- in het noordwesten en noorden: Spanje, Frankrijk, Monaco, Italië, Slovenië, Kroatië, Bosniïe, Montenegro, Albanië
- in het noordoosten en oosten: Griekenland, Turkije, Syrië, Libanon en Israël
- aan de zuidzijde: Egypte, Libië, Tunesië en Marokko
- eilandstaten: Malta en Cyprus
RIVIEREN
De Afrikaanse rivier de Nijl is verreweg de grootste rivier die uitmondt in de Middellandse Zee. Alle andere grotere rivieren (langer dan 400 kilometer) die in de Middellandse Zee uitmonden, ontspringen in Europa. Van west naar oost zijn het: De Ebro, de Rhone, de Tiber, de Po, de Adige (etsch) en de Maritsa (evros).
KLIMAAT
Het mediterraan klimaat wordt ook wel 'Middellandse Zeeklimaat" genoemd. De term verwijst hier naar het klimaat in de landen ronde de Middellandse Zee. De grote, relatief warme, watermassa is van grote invoed op de landen rondom de Middellandse Zee. De noordelijk gelegen landen zijn daardoor relatief warm; de zuidelijke landen relatief koel. De zomers zijn warm en de winters, waarin de meeste regenval plaatsvindt, zijn zacht. Het mediterraan klimaat maakt volgens de klimaatclassificatie van Köppen onderdeel uit van het gematigd klimaat.
over: korte geschiedenis
De Middellandse Zee speelt een nauwelijks te overschatten rol in de geschiedenis van de Westerse beschaving. In het tweede millennium voor Christus bloeiden er de Egyptische, de Kretenzische of Minoïsche en de Myceense cultuur. De zeevolk waaronder waarschijnlijk de Filistijnen vestigden zich op de meest oostelijke kusten van het middellands-zeegebied. De Phoeniciïers bevoeren vanuit Tyrus en Sidon de Middelandse Zee. Zij stichtten koloniën als Carthago en verbreidden het alfabet. In de klassieke periode (600 - 300 vc) bevoeren de Grieken (naast de Atheners ook de koloniën in Klein-Aziatisch Turkije en Italië) o.a. de Egeïsche Zee en versloegen er hun Perzische vijand. Alexander de Grote verspreidde de Griekse cultuur over het gehele gebied.
-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
I. DE
AARDRIJKSKUNDIGE ACHTERGROND
1. Het
Middelandse-Zeegebied
De beschaving van de
Grieken en de Romeinen was een product van bijzonder
levensvoorwaarden die de streken rondom de Middellandse Zee aan hun
bewonder opleggen. Deze streken vormen in aardrijkskundig opzicht een
wereld apart. Zij bezitten een karakteristiek klomaat en een speciaal
soort planten groen; enzij zijn in hoge mate door natuurlijke
barières van de aangrenzende continenten afgescheiden.
Het
Middellandse-zeegebied wordt van zijn achterland afgesneden door een
vrijwel ononderbroken krans van bergketens en woestijnen. Zijn
Europese kust wordt van het vasteland gescheiden door een reeks er
dwars voor liggende bergketens – de Pyreneeën, de Alpen, het
Dalmatische hoogvlakte en het grote Balkan-massief. Klein-Azië wordt
op een dergelijke wijze begrensd door de Armeense hoogvlakte, de
bergketens van de Taurus en Anti-Taurus, en de arabische woestijn.
Noord-Afrika wordt ingesloten door de Sahara en het atlasgebergte. De
openingen in deze rind zijn schers en ver van elkaar, en in oude
tijjden werden ze lang niet allemaal voortdurend of zelfs maar
veelvuldig gebruikt. In Afrika lag het Nijldal vanaf zeer oude tijden
open tot aan de eerste cataract, maar het diende nooit als een vaste
verkeersweg naar de negergebieden. In Azië heeft de doorgan van
Aleppo vanaf prehistorische tijden tot op de huidige dag doortocht
verleend aan een onafgebroken verkeerssstroom tussen Syrië en
Mesopotamië. Anderzijdswerd de toch ruim en gemakkelijke lijkende
toegangsweg tot Europa via de Zwarte Zee en de rivieren die daarin
uitmonden, niet verkend voor de middelleeuwen. De doorgang van Nisj
boven het vardar dal geeft de mogelijkheid om betrekkelijk makkelijk
vanuit saloniki naar belgrado te komen, en de lage passen over de
Julische en Karnische Alpen verlenen vanuit Italië zonder moeite
toegang tot het bekken van de Donau. Deze passen brangen menige
schare prehistorische volksverhuizers vanuit het hart van Europe naar
de randgebieden aan de Middellandse Zee, maar ze werden niet tot
vaste verbindingsroutes omgevormd voor de tijd van het Romeinse
keizerrijk, De geriefelijkste van alle wegen over het Europese
vasteland, die langs de zachte glooing van het Rhône)dal
omhoogstijgt en via de Seine of de Rijn onmerkbaar afdaalt naar de
Atlantische Oceaan, werd blijkbaar tot de laatste eeuwen van het
voor-Christelijke tijdperk over het hoofd gezien, en de Romeinen
waren het enige Mediterrane volk dat er ten volle profijt van trok.
Het
Middellandse-Zeegebied kan derhalve worden beschreven als een Eiland
in de landmassa's van de Oude wereld. Binnen dit eiland vormt de
Middellandse zee als het ware een binnenmeer, waar men betrekkelijk
gemakkelijk van kust tot kust kan varen. Als meer beschouwd is het
van geweldige afmetingen (met een lengte van 3700km) en het bevaren
ervan an gepaard gaan met gevaren, vergelijkbaar met die van open
zeeën. Het wordt geteisterd door veelvuldig optredende
winterstormen. De kust is over lange afstanden rotsachtig, met name
in Dalmatië en het zuiden van Klein-Azië, en ter hoogte van het
marokkaanse rod. De riviermondingen vormen een wezenlijk gevoor voor
scheepvaart als gevolg van het slib dat, bij het ontbreken van een
sterk reinidend effect van eb en vlied, zich ophoopt tot banken. Deze
belemmeringen voor de scheepvaart waren voldoende om in oude tijden
de verbindingen via de Middellandse Zee's winsters onzeker en
onregelmatig te maken.
Niettemin is de
Middellandse zee een van s'werelds natuurlijke verkeerswegen. S'
Zomers ligt zijn onder de invloed van regelmatige passaatwinden die
voor zeilschepen een bestendiges stuwkracht zijn. Dicht bij de kust
kunnen de land en zeewinden, die tegen de avond en omstreek het
middaguur opsteken, worden benut om een kiers te volgen, tegengesteld
aan de overheersende wondrichting op open zee. Mocht het slechte weer
uitlopen op een storm, dan kan men licht beschutting vinden in de
talrijke golven en baaien die insnijdingen makenin de Europese en
Aziatisch kustlijnen, en in de luwte van de eilanden waarmee de open
wateren bezaaid zijn. Behalve in de buurt van drempels voor
riviermondingen en in de baai van Tripoli, is de kust vrij van
gevaarlijke zandbanken en branding. Het naderen van de kust wordt
eveneens vergemakkelijkt door de afwezigheid van hoog tij, want de
Straat van Gibraltar onderschept eb en vloed van de Atlantische
Oceaan, en in de Middellandse Zee bedraagt het niveauverschil tussen
hoog en laag water zelden meer dan vijftig centimenter. Maar voor de
zeevaarders in de oudhied, die geen zeekompas hadden, was het
voornaamste voordeel van het bevaren der Middellandse Zee gelegen in
de overvloed aan orïentatiepunten. In de zomerse hemel tekenen de
kustgebergten en de bergtoppen van de eilanden zich duidelijk af op
afstanden van vijenzeventig tot honderdvijftig kilometer.
Noord-Afrika is zichtbaar vanaf Sicilië; de bergen van Epirus zijn
duidelijk te onderscheiden vanuit de hiel van Italië. Reizigers die
in westelijke richting Griekenland verlaten, kunnen de Etna in het
oog krijgen vele uren voordat ze Sicilië bereiken; op weg van
Frankrijk naar Afrika hoeft men het land nooit uit het gezicht te
verliezen, als men op het midden van zijn reis dicht langs Corsica en
Sardinië koerst. Daarom heeft de Middellandse Zee altijd een
verbindingsschakel gevormd tussen de landen die eromheen liggen. Deze
landen keren hun rug naar het vasteland en hun gezicht naar de zee.
De landen aan de
Middellandse Zee vormen ook een gewest apart ingevolge hun klimaat,
dat afwijkt van dat der drie aangrenzende continenten en rtouwens
nergens ter werel zijn gelijke vindt, uitgezonderd in een paar
kuststreken van beperkte omvang op dezelfde breedte (Zuid-Califonië,
Midden-Chili, de Kaapprovincie en Zuid-Australië. De winter aan de
Middellandse Zee is winderig en nat; toch biedt hij ook lange
perioden met zonneschijn en is niet onafgebroken koud. Dikwijls
dringen er westerstormen vanaf de Oceaan binnen, die versterkt worden
door plaatselijke dwarrelwinden, verzoorzaakt door een luchtstroming
van het afgekoelde vasteland naar het warmere zeebekken. Het
overheesende weertype is het cyclonale, met heftige windvlagen en
plotselinge zware regenbuien. Wanneer de wind naar het noorden
draait, brengt hij een peiode van bijtende kou en bedekt de
hooglanden onder sneeuw. Deer staat tegenover dat, indien 'Zeus de
wilken verzamelt' met zijn heftige vlagen, hij ze via dezelfde
methode weer verdrijft. Tussen de perioden van ruw weer in schijnt de
zon krachtig uit een heldere hemel en doet de temperatuur oplopen tot
die van een Hollands voorjaar.
De zomer rond de
Middellandse Zee is een seizoen van bestendig mooi weer. In dat
Jaargetijde veroorzaken de gloeiend hete Sahara en de Arabische
wienstijn een aanhoudende luchtstroming vanuit het Europsese
vasteland, en deze stroom wordt in toenemende mate warmer en droger
bij het passeren van de streken rondom de Middellandse Zee. Onder
invloed daarvan losse de wolken geheel op of worden gereduceerd tot
witte dunne vederwolken; weken of maanden aan éé stuk valt er geen
regeen, behalve bij een af en toe voorkomende onweersbui, en de zon
zendt haar stralen vrijwel loodrecht naar de aarde. De intensiteit
van de zonnewarmte wordt getemperd door de droogte van de atmosfeer,
en koele nachten vormen ten dele een tegengewicht voor de drukkend
hete middagen. Maar het felle licht en het stof maken de zomer aan de
Middellandse Zee ietwat afmattend voor personen die geen sterk gestel
bezitten, en de onvoldoende of geheel ontbrekende regenval
verzooraakt een steeds terugkerend gebrek aan water.
Het landschap van
het Middellandse-Zeegebied is even karakterestiek als zijn klimaat.
De bijzonder charme ervan is deels te danken an de klare atmosfeer,
waarin omtrek en kleur van onderdeen van het landschap zuiver en
scherp kunnen worden waargenomen, en deels aan het sprekende contrast
tussen land en zee, en tussen berg en dal. De innige wisselwerking
tussen land en zee verleent de kustlijn een eindeloze afwisseling, en
laat de landmassa's fraai uitkomen tegen een heldere en rijk
gekleurde achtergrond. De bergen, waarvan de ruggen van harde
kalksteen of graniet nog weinig door het weer zijn aangetast, tekenen
zich scherp af en plaatsen het lager gelegen land in de omlijsting
van een fors en scherp-getekend horizonsilhouet.
Ook de vegetatie in
de Mediterrane landen is van een bijzonder type, speciaal aangepast
aan hun klimaat en fysieke structuur. De plantengroei wordt bevorderd
door de zachte winters, die de groei van vele soorten groenblijvende
planten begunstigen en het mogelijk maken, dat het kweken zonder
onderbreking doorgaat. Anderzijds wordt hij beperkt door de
droogtewaarmee het warme weer regelmatig gepaard gaat. De
waterschaarste wordt bovendien nog verergerd door de geringen
verzaelcapaciteit van de bergen rondom de Middellandse Zee. Aangezien
deze zelden meer dan 3000 meter hoog zijn, zijn ze voor het midden
van de zomer van hun sneeuwlaag beroofd, en hun ondoordringbare
rotsformaties verhinderen het doorsijpelen van de regen naar de
eronder gelegen aardlaag. Dientengevolge voeren de rivieren in de
landen aan de Middellandse Zee zeer ongelijkmatige watermmassa's mee.
S' winters groeien ze na iedere stortbui uit tot maalstromen; s'
Zomers slinken ze tot nietige beekjes, of verdwijnen zelf geheel.
De schaarsheid van
het water bepaalt, meer dan iets anders, de aard en de verspreiding
van de Mediterrane flora. Drie onderscheiden vegetatiegordels treft
men achtereenvolgens aan. Op de berghellingen, waar de sneeuw het
langst blijft liggen en de koele luchtstromingen gedurende het gehele
warme jaargetijde af en toe regen doen vallen, groeien pijnbomen en
loofbomen (voornamelijk eiken, beuke en tammekastanjes) in bosjes
bijeen en is het open terrein overdekt met zomergras. Op dit niveau
vertoont de mediterrane planten groei de meeste gelijkenissen met die
van het vasteland van Europa. De tussen de zee en dit niveau liggende
hoogvlaktegordel vertoont meet eigenaardige trekken, want hier
bereikt,de uitwerking van de zomerse droogte haar hoogtepunt. Te
midden van kale stukken rots of steenachtige helling verzekeren met
humus gevulde holtes de verspreide en moeizeame groei van altijd
groene struiken (mirten, oleanders, dwergeiken) of lage planten
(brem, thijm, acanthus). De laaglandgordel heeft ook te lijden van
gebrek aan water, maar niet in dezelfde mate als de heuvels. De
hevigheid van de droogte wordt verlicht door overvloedige, nooit
opdrogende bronnen, die gevoed worden door regenwater dat via hier en
daar voorkomende spleten in de bovenste kalksteenformaties doordringt
en zich verzamelt in ondergrondse reservoirs. In de vlakten zijn de
tekortkomingen van de natuur door mensenhand nog verder gecorrigeerd,
doordat men het s' winters overgestroomde water in bevloeiingskanalen
bewaart. Aan de kust bestaatzelfs het gevaar dat de bodem verzadigd
raakt, want als s' winters de bergstromen aan hun lot worden
overgelaten, blokkeren ze hun mondingen met een compacte massa
afgeschuurd gesteente, en veroorzaken zo het ontstaant van een strook
moerasland langs de kustlijn. Instreken waar de watervoorziening
voldoende is, is de vruchtbaarheid van het laaf gelegen land over het
algemeen hoog. De grond bestaat grotendeels uit lichte klei of leem,
die rijk is aan plantevoedsel en gemakkelijk te bebouwen. De
intensieve en onafgebroken zonneschijn doet de gewassen snel rijpen
en geeft aan vruchten en boomgaardproducten een heerlijke smaak.
Sinds de oude
tijdenis de vegetatie in de landen om de Middellandse Zee verrijkt
door het invoeren van vele nieuwe soorten. Daar staat tegenover, dat
er bij Griekse en Latijnse schrijvers bewijzen te over zijn, dat de
loofwouden vroeger talrijker waren en zich verder naar de laagten
uitstrekten. De vermindering van het beboste gebied heeft over het
algemeen een nadelige invloed uitgeoefend, want de functie die het
bos vervulde, was het verzekeren van een enigszins gelijkmatiger
verdeling van de gevallen regen, het handhaven van een meer bestendig
peil in de rivieren en het tegenhouden van de humuserosie op de
berghellingen. Op de lange duur heeft de gelijdelijke inkrimpingvan
het beschermende bomenareaal het voor bebouwing beschikbare oppervlak
eerder verkleind dan vergroot. De reputatue van grote vruchtbaarheid
die het Middellandse-Zeegebied in noordelijker landen geniet, is
enigermate misleidend, daar deze meer gebaseerd is op de
uitzonderlijke rijkdom van bepaalde bevoorrechte streken dan op zijn
gemiddelde prodiktiviteitspeil. Een aanzienlijiik deel van het
gebied, dat bestaat uit bergketens of dorre hellingen, is van geringe
economische waarde, en de rijke opbrengst van zijn vruchtbaarste
landstreken is in niet geringe mate te danken aan het feit dat de
mens de natuur heeft verbeterd.
De Middelandse Zee
zelf vormt voor de voedselvoorzieningen een extra bron. Zij mist de
ondiepe zandbanken die de beste broedplaatsen voor vis opleveren, en
heeft niets te bieden dat de kabeljouw-en haringvisserij op de
noordzee kan evenaren. Maar ieder jaar komen er grote scholen tonijn
van de Atlantische Oceaan binnen, en andere eetbare soorten (met name
makreel, sardines en inktvis) kan men er het hele jaar aantreffen.
Heel gemakkelijk zou men de dolfijn kuinnen vangen, die schepen
opzoekt en eromheen dartelt; maar door de eeuwen heen hebben de
zeelieden op de Middellandse Zee een verbod gesteld op het doden van
zo'n trouwen metgezel. Een secundaire bron van inkomsten vormt de
purperslak, die in de oude tijden een hoog gewaardeerde kleurstof
leverde. Het Iberische schiereiland bevat een overvloed aan alle
voornaamstemetalen, en Klein-Azië doet er niet veel onder wat de
verscheidenheid aan minerale produkten betreft. Maar de minerale
rijkdommen van de Mediterrane landen als geheel zijn minder
overvloeding dan die van Midden- en Noord-Europa. In moderne tijden
vormde het tekort aan steenkool een ernstige belemmering voor de
industrie in het Middellandse-Zeegebied. Het meest opmerkelijke
tekort betrof in de oude tijden het tin, dat ingevoerd moest worden
uit de kuststreken van de Atlantische Oceaan. De Griekse en Romeinse
nijverheid gebruikte echter nauwelijks steenkool, en verwerkte over
het algemeen zo weinig metalen dat de in het land aanwezige
voorraden naar behoeften vrijwel bevredigen.
2. Griekenland
De geschiedenis van
Griekenland is in hoge maten bepaald door het karaktern van zijn
bergen. Het wordt gescheiden van het grootste gedeelten van het
balkanschiereiland door een reeks bergruggen, die een doeltreffende
hindernis vormen, meer dan de middelmatige hoogte van hun toppen zou
doen vermoeden. Hun hoogste bertop, de Olympus, is nog geen 3000m
hoog; de keten waruit hij prijst, vormt niettemin voor Griekenland
een hechte afluiting van Macedonië, en de tempe-pas, waardoor de
Peneios langs zijn oostelijke flank stroomt, is een ondoordringbaar
ravijn. Meer naar het westen vormt het hoogland van albanië een
veelvoudige barrère, die voor de dagen van de motortechniek maar
zelden is doorbroken. Maar bergketens sluiten griekenland niet
slechts af van het Europese vasteland: ze belemmeren ook de
communicatie in het land zelf. Een onregelmatig complex van kleinere
ketens strekt zich in alle richtingen over zijn oppervlak uit en
verbrokkelt het tot een labyrint van kleine vakjes. In tegenstelling
tot andere bergachtige streken (zoals Spanje en Zwitserland) wordt
griekenland niet doorsneden door langgerekte dalen, en zijn rivieren
zijn voor het grootste deel slechts bergstromen, die alleen s'
winters iets betekenen. Een reis dwars door het land gaat daarom
onvermijdelijk gepaard met een moeizaan beklimmen en afdalen van
passen, die in het koude jaargetijde dikwijls met sneeuw bedekt zijn.
Weliswaar worden de bergmassieven opengesneden door de Golf van
Corinthe en andere diepe fjorden, maar de routes over het water, door
deze inhammen mogelijk gemaakt betekenen vaak een grote omweg en
werden in ode tijden gedurende de winter zeer weinig gebruikt.
Griekenland heeft een typisch Middelands-Zeeklimaat. Tijdens de
winter worden stortregens of ijskoude rukwinden uit Rusland
afgewisseld met zonneschijn, die de gedachte aan een vroegtijdige
lente opwekt. De zomer brengt een lange reeks vrijwel wolkenloze
dagen; dan kan het gebeuren dat er gedurende twee, drie of vier
maanden geen regen valt. De zonnestralen worden weerkaatst door de
wit-grijze kalksteen onder een intense hitte en schittering van
licht, maar een vaak voorkomende broes uit het noorden of noordoosten
tempert de hitte en verdrijft tergelijkertijd de wolken. Het
stimulerende en opbeurende karakter van het Middellandse-Zeeklimaat
treedt nergens duidelijker aan den dag dan in het Griekse land.
Het landschap van
Griekenland en het aangrenzende Egeische gebied vertoont de speciale
eigenaardigheden van het natuurschoon rondom de Middellandse Zee op
zijn best. De strenge contouren van fors gebeeldhouwde bergketen
vormen er een contrast met de zonovergoten zee, waarvan het oppervlak
achtereenvolgens alle kleurnuances, van paarlemoer tot diep
indigoblauw, doorloopt. Schoonheid heeft de natuur Griekenland met
kwistige hand geschonken, maar minder rijkelijk heeft zij het
gezegend met aardse goederen. De voorraad delfstoffen die het land
bezit, is uitgebreid en gevarieerd, maar niet overvloedig. Zijn meest
duurzame minerale bezit bestaat uit zijn witte en gekleurde
marmersoorten, die nog altijd aanzienlijke inkomsten opleveren. In de
oude tijden was de uitstekende pottenbakkersklei uit de
rivierbeddingen voor sommige steden een economische factor van groot
belang. De voornaamste ertslagen bevonden zich in het Laurion-
district van Attica; de lood en zilvermijnen daar droegen in
materieel opzicht bij tot de grote bloei van Athene. De goudvelden
van het Pangaios-gebergte en de koperlagen van Cyprus waren vanaf het
Griekse vasteland gemakkelijk te bereiken. Ook ijzer vindt men, in
kleine holten, verpreist over geheel Griekenland. Daar staat
tegenover, dat Griekenlands bodem onvruchtbaar is, meer dan de meeste
landen rondom de Middellandse Zee het geval. De bergen, die het
landschap zo aantrekkelijk maken, maken het grootste deel van het
bodeoppervlak improduktief. Aan hun voet strekt zich een brede strook
altijd groene struiken en lage planten uit. De kleine lapjes bouwland
in de vlakte vormen slechts een klein percentage van de totale
oppervlakte. Onder intensieve bebouwing kan het Griekse laagland
wellicht een illusie van rijkdom wekken. Maar Griekenland is meer een
land van tuinen dan van akkers, en het boerenbedrijf wordt er
noodgedwongen slecht op kleine schaal uitgeoefend. Enige compensatie
voor de geringe omvang van zijn natuurlijke hulpbronnen ontvangt
Griekenland uit de gunstige mogelijkheden die het bezit voor de
handel overzee. Van alle Mediterrane wateren is er geen verlokkender
dan de Egeïsche zee. S' zomers ligt zij binnen het voornaamste
bereik van de noordoostelijke passaatwinden. Zij is dicht bezaaid met
eilanden – de boven het water uitstekende toppen van een verzonken
berglandschap – waarlangs de zeevaarder in elke gewenste richting
zijn koers kan uitstippelen. Vanaf kaap Soenion aan de uiterste van
Attica kan men de cycladengroep overzien tot aan Mélos, vanwaar op
zijn beurt Kreta zichtbaar wordt. Vanaf de Oché op zuidelijk Euboia
kan men een blik naar de overzijde werpen, op Chios dat vlak voor de
kust van Klein-Azië ligt. Wanneer men de Tracische kust nadert,
hoeft men de bergtoppen van Athos en van Samothrakè nooit uit het
zich te verliezen. Geen andere zee lokt de zeeman zo aan als de
Egeïsche, en geen is er, waar het zo onafgebroken gewemeld heeft van
de schepen.
De ernstige
belemmering die de oude Grieken in de weg stond werd gevormd door de
moeilijke binnenlandse verbindingen, die ten dele de oorzaak waren
van hun grootste politieke mislukking: hun onmacht tot het vormen van
'Verenigde Staten van Griekenland'. De schraalheid van de bodem was
niet uitsluitend een kwaad, want zij zetten hen ertoe aan, de
voornaamste handelaren en kolonisten van de oude wereld te worden.
Maar het beste dat de natuur Griekenland schonk, is zijn landschap en
klimaat. De oude bewoners maakten er aanspraak op, de meest heilzame
mengeling van weertypen te bezitten, en zagen daarin een reden voor
hun geestelijke suprematie. Deze verklaring bevat een kern van
waarheid: de stimulerende omgeving waarin de Grieken leefden, droeg
er ongetwijfeld toe bij, hen tot de vruchtbaarste denkers van de oude
wereld te maken
Geen opmerkingen:
Een reactie posten